Voetbal is voor Younited Belgium in de eerste plaats een middel, het instrument dat we gebruiken om een relatie op te bouwen met onze spelers. Op het voetbalveld en in de groep kunnen zij veilig thuiskomen en nieuwe energie opdoen. Het zijn experimenteerruimtes om aan sociale vaardigheden en doelstellingen te werken. Een voetbalcoach die met thuislozen werkt, is dus in de eerste plaats een procesbegeleider. Hij voelt de temperatuur in de groep aan, en probeert een omgeving te scheppen waarbinnen mensen zich kunnen ontplooien.
Hieronder geven we jullie mee welke basishouding hierbij hoort een aantal praktische tips hoe je hiermee aan de slag kunt!
Basishouding:
Een coach is positief, dynamisch en actief aanwezig. Als er iets is waarop spelers mogen rekenen binnen onze aanpak, dan is het dat een coach hen steevast met de glimlach en veel energie staat op te wachten.
Een coach is zich bewust van zijn non-verbale houding. Spelers zullen zich spiegelen aan en gedragen naar het gedrag dat hun coach stelt. Aan schreeuwtypes à la Simeone en Mourinho hebben onze spelers niets!
Benadruk als coach dat het binnen een Younited Belgium verhaal gaat over elkaars kwaliteiten (willen) zien en leren constructief omgaan met zaken die je niet zo leuk vindt aan anderen.
Op en naast het veld heeft een coach het over inspanningen leveren, niet over resultaten behalen. Werk met doelstellingen op maat van de ploeg en van spelers individueel.
Vraag spelers niet om te proberen minder dan 5 doelpunten tegen te krijgen. Vraag spelers wel om steeds dicht bij elkaar te verdedigen, vraag je aanvaller om steeds in beweging te blijven, enz...
Als coach ben jij in de perfecte positie om de emotionele tank van onze spelers te vullen, met vertrouwen, met positivisme,... Dit is zonder twijfel jouw belangrijkste opdracht. We werken in de eerste plaats aan het versterken van mensen. Zelfvertrouwen en zelfbewustzijn doen groeien, dat is waar we bij onze spelers op focussen!
In de praktijk:
Zorg ervoor dat je eerste contact met een speler positief is, met nieuwe spelers evengoed als met spelers die al langere tijd naar de activiteiten komen.
Positief reageren, bijvoorbeeld met humor, zorgt voor een positieve cultuur. Spelers zullen deze stijl langzaam maar zeker overnemen. Geef als coach spelers de ruimte om te groeien op hun eigen ritme, maar verwacht van hen ook dat ze inspanningen doen om ‘positief’ te zijn.
Betrek jouw betere spelers in de uitvoering van de training. Geef hen bijvoorbeeld een functie tijdens bepaalde oefeningen. Koppel ze aan jouw mindere spelers en geef ze verantwoordelijkheid. Een goede speler die een mindere speler een bepaalde technische vaardigheid kan aanleren haalt hier veel voldoening uit. Omgekeerd voelen de minder goede spelers dat ze volwaardig deel uitmaken van de ploeg en dus niet apart moeten oefenen als beginners.
Laat je spelers op een training eens coachen en coach hen in de rol van coach. Coachen is niet playstation spelen. Geef hen de opdracht om niet voetbal-tactisch te gaan coachen, maar voortdurend op zoek te gaan naar positieve commentaren en observaties. Zorg ervoor dat ze hun opmerkingen zeer concreet maken. Niet enkel ‘goed gedaan’, maar eerder ‘goede diepe pass’ of ‘goed het spel gelezen’, ‘uitstekende redding met die linkerhand’ enz.
Maak notities tijdens de wedstrijd. Zo kan je concreet terugblikken na de wedstrijd of training: “hoe je op het einde van de wedstrijd nog die bal uit de hoek ranselde, dat was echt knap, heel goed snel plat gegaan!”. Je maakt er meteen ook een echte coaches-indruk mee. ‘Wat zou die allemaal aan het opschrijven zijn?’
Vul winnen breed in als team. Winnen hangt niet vast aan de uitslag van de wedstrijd, kan voor iedereen individueel anders zijn en kan ook als groep op verschillende manieren ingevuld worden. Spelers krijgen sowieso de vraag na een toernooi of ze ‘gewonnen’ hebben. Deze vraag zal altijd blijven. Probeer als coach het perspectief van spelers te verbreden zodat de ervaring en hoe die beleefd wordt niet enkel staat of valt met overwinningen of nederlagen. Geef drie positieve opmerkingen per deelnemer elke training. Dat kan over concrete acties op het veld zijn, maar evengoed over zaken naast het veld: “Hé, wat zit je haar goed”, “wat een mooie trui”, “je bent precies goed uitgeslapen”! Hoe een speler ook binnenkomt, geef meteen positieve aandacht!
Maak er een gewoonte van dat iedereen elkaar een hand geeft bij het aankomen op de activiteit. Niet enkel aan de coach dus, maar aan iedereen. Zo creëer je een ritueel en een welkomstgevoel in de kleedkamer en bouw je aan waarden.
Sluit je training af in een cirkel en laat spelers op het einde elkaar high-fives geven. Dit sluit aan bij het ‘handen geven’ in de kleedkamer. Rituelen en vaste gewoontes zijn belangrijk om een vertrouwd en veilig gevoel te creëren bij je spelers.
Speel op training een wedstrijdvorm met een nummer 9. Enkel de nummer 9 mag scoren. Laat iedere speler de nummer 9 positie invullen.
Speel het dierenspel met je spelers. Laat ze nadenken over hun ideale opstelling, 11 spelers, 3 bankzitters, een coach en een kapitein.